top of page

Brenda

door: Nina Saelmans

In een treincoupé gevuld met ochtendstilte klinkt plotseling een orkestrale ringtone; voor elke reguliere treinreiziger een voorbode voor toekomstige frustraties. Het is op dat moment zeven uur ’s ochtends. Op mijn schoot rust een boek en op het kleine tafeltje voor me ligt een geopend pakje hummus en een vuil mes. Ik breng een gesmeerde cracker langzaam naar mijn mond en neem een hapje, een oorverdovend geluid in mijn beleving.

Verderop in de coupé wordt de telefoon opgenomen. Hij behoort toe aan Brenda, zo wordt al snel duidelijk. ‘Carolien!’ Het schrille stemgeluid van Brenda overstemt al snel het geluid van mijn cracker. Ik sabbel zachtjes door.

‘Jij belt vast om de briefing van gisteren te ventileren, right?’ vraagt ze, terwijl ze haastig haar laptop opent en een aantal ingewikkeld-uitziende Excelbestanden tevoorschijn tovert. ‘Ik heb hier zo snel even de notulen van yesterday voor me gepakt. Ik wou even aanhaken op de proposal van Mike, wellicht is het beter om die even te parkeren’.

Ik rol mijn ogen, terwijl ik speel met het idee van hoe yesterday’s briefing eruitgezien zal hebben: Brenda, Mike en Carolien in een vochtige, kleine ruimte; het soort kantoorkamertjes waar met moeite een raam in is gebouwd, waar de vloeren en de muren grijs zijn en waar een whiteboard met jaarcijfers uit 2010 verwaarloosd aan de muur hangt. Geen wonder dat ze al hun briefings zo vaak moeten ventileren. Het zal wel flink benauwd zijn daar.

Ik slik het slap-gesabbelde stukje cracker door en kijk om mee heen om te zien of er iemand gestoord wordt door het geluid. Brenda niet, in ieder geval. Die is te druk bezig om er iets van op te merken. Ik moffel snel de rest van mijn ontbijt naar binnen en stop de humus terug in mijn tas. Zou iemand dit kunnen ruiken? Ik schud de gedachte van me af en focus me op mijn boek. De zinnen die ik lees verweven zich met het verengelste Nederlands van Brenda. Mijn ergernis doet enige hoop op concentratie snel verwaaien.

Ik vraag me vaak af wat voor gedachten er door haar hoofd zweven. Er had vast een geschikter moment gekozen kunnen worden om over werk te praten. Kakelt ze haar leven dan zo luidkeels door de trein om opgemerkt te worden? Om interessant gevonden te worden? De grandeur die van haar afstraalt doet geloven van wel. Een houding die lijkt te schreeuwen: Ik ben een druk persoon en moet hierom noodgedwongen op ongeschikte momenten over werk praten met collega’s. Die zal wel belangrijk zijn binnen haar bedrijf, moeten wij als nietige reizigers dan allemaal denken. We mogen in onze handen klappen dat het lot het ons gegund heeft om in hetzelfde 2e-klas compartiment terechtgekomen te zijn als zij.

Terwijl ik overweeg om mijn benen in een andere houding te leggen (God verhoede dat de man naast mij hier last van krijgt, in de al kleine ruimte die we delen), beginnen de mensen om mij heen in te zien dat het telefoongesprek nog lang niet ten einde is gekomen. Als net het zesde agendapunt van gister wordt aangehaald, stijgt het volume van een aantal koptelefoons. Een uptempo basdreun verspreidt zich langzaam door de coupé.

Met enig geweld klap ik het boek op mijn schoot dicht en rommel ik in mijn tas, op zoek naar mijn koptelefoon, die blijkbaar verstrengeld is geraakt met het bakje hummus. Ik ontwar de kabel snel en plug het einde in mijn telefoon. Een bescheiden volume zit er niet meer in, na een ellendige ochtend als deze. Wat mij betreft mag iedereen meegenieten met de hardrock die nu hoogstwaarschijnlijk krachtig door de coupé raast.

In een moment van onoplettendheid maak ik oogcontact met Brenda, die me een geërgerde blik toewerpt. Ze klapt haar laptop dicht en hangt de telefoon op. Hoe durf ik ook? Zoveel geluid maken om nota bene zeven uur ’s ochtends.

#column #Creatief

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page